Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) loopt voor vmbo-leerlingen vanaf de brugklas tot aan het examen als een rode draad door het programma. Het doel van LOB is de leerling meer zicht te geven op zichzelf, op zijn omgeving en op realistische toekomstmogelijkheden.
Een belangrijk hulpmiddel is het zogenaamde loopbaanstuur. Dit stuur bevat vragen waarmee leerling en mentor aan de slag gaan in de loopbaanreflectiegesprekken. Ervaringen helpen daarbij: tijdens een bijbaan, op de voetbalclub, tijdens lessen op school, tijdens stages. Ook heeft de leerling een netwerk dat hem helpt bij zijn loopbaanvragen. Door te praten over ervaringen en interesses, krijgt de leerling een beter beeld van zijn toekomstmogelijkheden.
Gedurende de gehele schoolloopbaan, van brugklas tot en met het eindexamenjaar, worden de leerlingen begeleid op het gebied van de keuzes die gemaakt worden. Dat gaat om keuzes voor profielen en vakken, voor de volgende stap in hun (school)loopbaan tot aan de keuze van de vervolgstudie.
Een groot deel van de begeleiding vindt plaats in de mentorles, mede omdat de mentoren een belangrijke rol spelen in dit hele proces van kiezen. Daarnaast spelen de ouders een belangrijke rol, evenals vakdocenten en de loopbaanadviseurs (decanen).
Leerjaar 1 t/m 3
In de eerste drie leerjaren betreft de begeleidingsactiviteiten zoals het bezoeken van (vervolg) opleidingen en/of bedrijven. Het accent ligt in eerste instantie vooral bij het leren kennen van jezelf. De ouders worden nadrukkelijk betrokken bij dit (profiel)keuzeproces; er vinden een of meerdere gesprekken met de mentor en/of loopbaanadviseur plaats. Ter ondersteuning wordt gebruik gemaakt van methoden waarin onder andere ook (interesse)vragenlijsten zijn opgenomen en waarin informatie gevonden kan worden. De uitslagen hiervan, als ook de gegevens van de keuzebijeenkomsten en gesprek(ken) geven goede aanknopingspunten bij de profielkeuze in de derde klas.
Leerjaar 4, 5 en 6
In de bovenbouw ligt het accent op de keuze van een vervolgstudie en gaan we ons nog meer richten op aspecten zoals de inhoud van de betreffende opleidingen of wat je na de opleiding (beroepsmatig) kunt gaan doen. De leerling doet me met het Voor-Examenklas Project VEP (een dag een snuffelstage lopen), bezoekt HBO en universiteit, volgt studievoorlichtingen tijdens voorlichtingsavonden in Venlo, neemt deel aan de beroepenavond of terugkomavond van oud-leerlingen. De mentor praat met de leerlingen over hun toekomstmogelijkheden en stimuleert leerlingen open dagen te bezoeken en zich op te geven voor meeloopdagen bij HBO-opleidingen. De loopbaanadviseur ondersteunt waar nodig. En ook nu worden de ouders betrokken bij het keuzeproces, dat uiteindelijk zal leiden tot de keuze van een bij de leerling passende vervolgopleiding.